Het is 1962. Op de rotsen van het ingeslapen vissersplaatsje Porto Vergogna staat Pasquale, een jonge Italiaan en eigenaar van het enige hotel. In dagdromen verzonken kijkt hij uit over het glinsterende water. Aan de horizon verschijnt een boot met op het dek een prachtige, in wit geklede dame. Ze is een Amerikaanse actrice en doodziek, zo ontdekt hij als ze haar intrek neemt in het hotel.
Hollywood, vijftig jaar later. Een oudere, Italiaanse heer betreedt het kantoor van filmproducent Michael Deane op zoek naar de vrouw die hij nooit heeft kunnen vergeten.
Schitterende ruïnes is een roman waar Jess Walter ruim vijftien jaar aan heeft gewerkt. Hoewel het verhaal goed in elkaar steekt, heeft Jess Walter naar mijn mening teveel zijn best gedaan op dit boek. Hij houdt het niet bij zijn kernverhaallijnen maar sleept er het ene na het andere detail bij. Zo is het hele eerste hoofdstuk van een roman die een bevriende schrijver in 1962 schrijft, terug te vinden. Ook het filmscript van een bijfiguur is in volledig terug te vinden. Ik snap dat Walter hiermee zijn thema’s wil onderstrepen, maar dit werkt naar mijn mening niet.
Het verhaal wordt er trager door, minder makkelijk te volgen en het leesproces voelt verstoord. De symboliek van dit alles kwam echter wel goed uit de verf. De besluiteloosheid van Pasquale, zijn onvermogen om situaties naar zijn hand te zetten en het verdwijnen van kansen in zijn leven komt goed tot uiting in een bepaalde scène, waarin hij Deane een stomp verkoopt. Deze is echter misplaatst, heeft niet het gewenste effect en wordt door niemand opgemerkt. Het is treffend voor dit boek; het zit vol potentie maar het wil er niet helemaal uit komen.
Jammer, want het verhaal over Pasquale en Dee, de Amerikaanse actrice, is prachtig. Had Walter zich niet zo intensief beziggehouden met het afleveren van een perfecte roman, dan had het wellicht beter uitgepakt. Nu blijft het in mijn ogen vooral een boek met veel potentie, dat weinig waarmaakt.




Plaats een reactie