Om het verlies van zijn geliefde Stormy te verwerken trekt Odd Thomas zich terug in een klooster. Het klooster dat voornamelijk gehandicapte kinderen een thuis en hulp biedt, opent ook de armen voor Odd. Odd ziet de doden die de oversteek nog niet gemaakt hebben. Zij die niet durven of kunnen overgaan komen bij hem en hij probeert hen te helpen. Dit is niet altijd even makkelijk aangezien de doden niet kunnen spreken. Een van zijn opmerkelijkste bezoekers is Elvis Presley, de eeuwige entertainer die nu geen stem meer heeft. Daarom is de geest bedroeft en probeert deze op andere manieren Odd te entertainen, door bijvoorbeeld te doen alsof hij een snottebel van een meter lang uit zijn neus haalt en deze aan Odd zijn trui afveegt. Het klinkt walgelijk maar geesten hebben geen fysiek lichaam en dus ook geen snot, waardoor Elvis zijn entertainment hilarisch is.
Het is hartje december, de sneeuw en kille ijswind sluiten het klooster af van de buitenwereld. Odd voelt dat er iets niet klopt, buiten zijn mogelijkheid om de doden te zien, heeft hij een zesde zintuig waarmee hij aanvoelt dat grote problemen op komst zijn. Zijn vermoeden klopt, enkele dagen later ziet hij verschillende Bodachs (mythische wezens) in het klooster en de abdij. Bodachs worden aangetrokken naar plaatsen waar in de nabije toekomst terreur en dood zal plaatsvinden. Het probleem is dat Bodachs enkel zichtbaar zijn voor mensen zoals Odd, mensen met speciale gaven, en dus moet Odd alles in zijn macht doen om de toekomstige ramp te voorkomen mét de hulp van de broeders en zusters zonder te vertellen over de Bodachs, want wie zou dat geloven? Samen met Elvis en Boo, de witte hond van het klooster, probeert Odd erachter te komen wat de toekomstige ramp is en hoeveel tijd er nog is.
Dit is het derde boek van Koontz met Odd Thomas in de hoofdrol. De andere twee delen, De gave en De vriendschap, kunnen geheel afzonderlijk van elkaar gelezen worden.
Al in het eerste hoofdstuk komt er vaart in het verhaal en is het schot gegeven voor een boek dat je niet meer kunt neerleggen. Door de humor en ironie blijft het steeds een ontspannend verhaal om te lezen, wat heel bijzonder is gezien de hoeveelheid spanning die deze thriller bevat. De gebeurtenissen volgen elkaar snel op en steeds denk je dat je het mysterie hebt opgelost, maar niets is minder waar. Koontz zet je steeds op het verkeerde been. Het boek blijft spannend tot op het eind en plotwendingen blijven komen. Zelfs tot in het allerlaatste hoofdstuk weet Koontz de lezer te blijven verrassen.
De omgeving is goed beschreven. De bergen die omhuld zijn in sneeuw worden zowel prachtig als gruwelijk omschreven, naargelang of de personages zich in de storm moet wagen of niet. Ook de personages zijn goed uitgediept, van de gehandicapte kinderen tot de zusters en broeders van het klooster, allemaal hebben ze hun eigen verleden en eigen manier om zaken op te lossen. Vooral de kinderen worden met veel liefde beschreven en de gesprekken tussen Odd en de gehandicapte Jacob zijn memorabel, treurig en vol humor maar tegelijkertijd vervuld van hoop.
Plaats een reactie