De Taliban is verdwenen, maar de duistere schaduw van hun brute regime blijft aanwezig. De elfjarige Fawad heeft al veel ellende meegemaakt. Zijn vader en broer zijn vermoord, zijn zusje is ontvoerd. Fawad en zijn moeder Mariya zijn arm. Het leven op straat in Kaboel is gevaarlijk maar ook avontuurlijk. Mariya vindt werk als huishoudster voor de westerse journaliste Georgie en haar huisgenoten. Fawad vindt hen wel aardig maar ook een stelletje ongelovigen. Ze roken en drinken, slapen in hun blootje en kunnen niet koken of schoonmaken. Hij zal zijn moeder tegen deze rijke zondaars met hun witte gezichten moeten beschermen. Dan ontdekt Fawad dat Georgie verliefd is op de beruchte Afghaanse krijgsheer Haji Khan. Een tragedie kan niet uitblijven.
Het boek heeft een interessant uitgangspunt, Afghanistan, de Taliban en de belevenissen van de elfjarige Fawad. Het gehele verhaal wordt vanuit zijn perspectief vertelt. Toch komt het verhaal nergens echt van de grond. De gebeurtenissen volgen elkaar in rap tempo op waardoor gevoelens en emoties nog wel eens ondergesneeuwd raken. Als een van de jeugdvrienden van Fawad door geweld om het leven komt, doet dit je als lezer niet veel. Puur omdat we deze vriend en de band tussen de twee kinderen niet voldoende aan bod komen. Dergelijke situaties zien we eigenlijk gedurende het hele verhaal. Dat is echt een gemiste kans.
Ik ben Fawad, zoon van Kaboel

Citaat
De gebeurtenissen volgen elkaar in rap tempo op waardoor gevoelens en emoties nog wel eens ondergesneeuwd raken.
Gegevens van boek
UitgeverThe House of Books
VerschenenFebruari 2010
Pagina
288
ISBN
9789044325683
Plaats een reactie