Verwachtingsvol beginnen elf jongens aan hun studie in Amsterdam, waar ze lid worden van het studentencorps. Dan gebeurt er, tijdens hun ontgroening, een schokkend ongeluk. Dankzij de bemoeienis van een oudere dispuutgenoot belandt het in de doofpot en hun toekomst lijkt veiliggesteld, maar de veelbelovende studenten zijn voor de rest van hun leven tot elkaar veroordeeld.
Wanneer dertig jaar later plotseling de gangmaker uit hun dispuutsjaar overlijdt, dreigt de geest uit de fles te komen. Hun echtgenotes gaan vissen: wat is er die bewuste nacht dertig jaar geleden precies gebeurd? De vrienden worden gedwongen zich opnieuw af te vragen hoe ze moeten omgaan met hun collectieve geheim.
Wanneer het dodelijk ongeluk in de doofpot verdwijnt en de vriendengroep ermee weg lijkt te komen, weten zij handig hun geweten te sussen. Ze storten jarenlang allemaal een bepaald geldbedrag dat via weduwepensioen bij de vrouw van het slachtoffer terecht komt. Op die manier kopen zij hun schuldgevoel af. De vrienden komen erachter dat deze vlieger niet voor eeuwig opgaat wanneer een van hen overlijdt. De mannen kunnen niet langer verhullen wat zich dertig jaar eerder in hun studententijd heeft afgespeeld en ook hun vrouwen komen uiteindelijk te weten wat er daadwerkelijk is gebeurd.
Het verhaal is vermakelijk geschreven maar wordt nooit echt spannend. Het draait voornamelijk om vriendschap en barstjes hierin. Hoe gaan de vrienden met elkaar om als de gebeurtenis dreigt uit te komen en alles wat zij hebben opgebouwd op losse schroeven staat? Dit is een interessant uitgangspunt voor een verhaal. Toch mist het verhaal wel degelijk diepgang. Het blijft allemaal vrij oppervlakkig. Vermakelijk verhaal maar meer ook niet.
Plaats een reactie