Twee maanden voordat Adolf Hitler aan de macht komt, wordt er in de bossen bij Berlijn een mooie jonge vrouw aangetroffen. Ze is op sterven na dood en blijkt haar geheugen verloren te hebben. Vanwege een pamflet dat naast haar wordt gevonden, over een lezing door Albert Einstein over de kwantumtheorie, noemen de kranten haar ‘het Einstein meisje’. De psychiater Martin Kirsch is vastbesloten het mysterie van ‘patiënt E’ te ontrafelen. Zijn onderzoek brengt hem via een uithoek van Servië naar een psychiatrische instelling in Zürich, waar Eduard, die als jongste zoon van Einstein diens genialiteit geërfd schijnt te hebben, werkt aan een boek dat verwoestend zal zijn voor zijn beroemde vader en de hele wereld op zijn kop zal zetten.
Martin is een psychiater met hart voor zijn patiënten. In de instelling waar hij werkt is hij het niet altijd eens met de behandelmethoden van zijn collega’s. Dit wekt meteen sympathie op voor Martin. Als er een vrouw wordt binnen gebracht wil hij alles op alles zetten om deze dame te helpen. Al snel blijkt deze dame heel slim te zijn. Martin ontrafelt langzaam maar zeker alle puzzelstukjes bij elkaar. Als blijkt dat Martin ernstig ziek is wordt dit nog moeilijker dan hij dacht.
Een roman dat zich afspeelt in het Duitsland van de jaren 1932. Op de achtergrond van deze tijd krijgt het verhaal een extra mooie dimensie.
De behandelmethoden van psychiatrische patiënten is te gruwelijk om aan te denken in deze tijd, Sington heeft dit mooi beschreven. Er komen verschillende karakters aan bod met ieder een rugzakje aan eigen emotionele bagage wat voor diepgang in het verhaal zorgt.
Toch is de spanning ver te zoeken, dat is jammer. Het verhaal had zeker aanknopingspunten om wat extra spanning toe te voegen. Al met al een prachtige roman met een wetenschapper op de achtergrond, wat soms iets ingewikkeld is maar niet minder interessant.




Plaats een reactie