Pasen 1974. Een familie verdwijnt van het eiland Valö zonder een spoor achter te laten. De eettafel is zelfs prachtig gedekt, maar iedereen is weg. Iedereen behalve de één jaar oude dochter Ebba. Het raadsel van de verdwijning is nooit opgelost.
Jaren later keert Ebba terug naar het eiland. Zij en haar man Mårten hebben hun zoontje van drie verloren. In een poging hun verdriet te overwinnen en verder te gaan met hun leven, willen ze Ebba’s ouderlijk huis renoveren en er een bed and breakfast openen. Ze zijn nog maar net begonnen met hun renovatiewerkzaamheden als iemand probeert brand te stichten. Wanneer ze een paar dagen later bij het openbreken van de vloer bloed aantreffen, lijkt het kwaad uit het verleden hen in te halen. Inspecteur Patrik Hedström en zijn collega’s onderzoeken de brand en het gevonden bloed. Er is onmiskenbaar een verband met de oude verdwijningszaak. Wat is er precies gebeurd met Ebba’s familie?
Patrik verbijt zich helemaal in het misdrijf en zijn nieuwsgierige vrouw, Ercia, die tevens auteur is kan zich niet veroorloven zich er niet mee te bemoeien. Samen komen ze erachter dat de twee toch wel een goed team zijn, zowel in hun huwelijk als daarbuiten.
Het verhaal speelt zich rond verschillende karakters af, wat soms voor verwarring kan zorgen, de lastige Zweedse namen werken daar natuurlijk ook niet aan mee. Dit is dan ook echter het enige minpuntje van het boek. Het verhaal is prachtig verteld rond een dramatische verdwijning jaren geleden. De personen zijn mooi uitgewerkt, de verhaallijnen lopen mooi in elkaar over, de spanning is heerlijk als vanouds! Kortom een van de beste romans van Lackberg tot nu toe.
En als je Lackberg nog niet ontdekt hebt, wat ik mij persoonlijk niet kan voorstellen, dan zorgt Engeleneiland wel dat je nu echt niet meer om Lackberg heen kunt!
Plaats een reactie