Marten van Olst werkt als arts-assistent chirurgie in het ziekenhuis. Hij schrijft over het heen en weer rennen tussen Spoedeisende Hulp en zaal, over de paniek wanneer er twee piepers tegelijk afgaan, het hongergevoel wanneer hij weer geen tijd heeft gehad om een boterham te eten, over de euforie na een geslaagde ingreep, de verbazing wanneer hij even tijd vindt om met een patient te praten, en over de frustratie dat er geen ruimte is voor een leven buiten het ziekenhuis. Marten van Olst geeft ons een kijkje achter de schermen in een heel persoonlijk verhaal. Hij laat ons delen in zijn verbazing en verwondering en schrijft met vaart, humor en mededogen.
Ontzettend trots is Marten op zijn papiertje, nu is hij een echte dokter die een witte jas aan mag. Marten komt er al snel achter dat er dan heel wat van je verwacht wordt. Marten wilt natuurlijk ontzettend zijn best doen om van arts-assistent naar een specialist opgeleid te worden en daar hoort natuurlijk die oh zo gehate dienstpieper bij. Deze pieper gaat non-stop en dan heeft hij natuurlijk ook nog zijn patiƫnten op een verpleegzaal.
Van Olst heeft met de dienstpieper een ontzettend grappig verhaal weten neer te zetten, en iedereen die in een ziekenhuis werkt weet hoe chaotisch het er aan toe kan gaan. Een must voor iedereen die in de zorg werkt en verbazend eerlijk… Jammer dat het boek maar 272 bladzijden bevat.
Plaats een reactie